Lukomir

Lukomir

Verloren dorpje of een bewaarde schat?


Fotografie: John Baggen
Tekst: Marion Baggen

Een dorpje in het Bjelssnica gebergte

We hadden al een hele reis van zo’n 5.700 km door de Balkan achter de rug. Wekenlang was het fotografen-oog verwend geworden door de meest idyllische plekjes. Adembenemende natuur, rotsachtige bergen en zonder deel te nemen aan het tv-programma reden we geregeld over ‘De gevaarlijkste wegen van Europa’. Toch was er één dorpje waar we nog naar toe wilden. Lukomir, een dorpje in het Bjelssnica gebergte, ligt op1495 meter hoogte en is het meest geïsoleerde dorp van Bosnië-Herzegovina.

De reis naar Lukomir is wonderbaarlijk

De afstand is in kilometers niet eens zo ver. Toch zorgt de moeilijk begaanbare weg door de bergen voor een behoorlijke reistijd. We reizen van Mostar richting Sarajevo. Vlak voor Sarajevo nemen we een afslag naar rechts. De prima twee-baans weg ruilen we in voor een smalle en hobbelige weg. Kilometers later is van die weg niet meer over dan een kiezelpad.

De omgeving wordt surrealistisch door de strakke blauwe lucht met vreemde ‘ufo vormige’ wolken. Diepe afgronden wisselen zich af met open vlaktes die vol rotsen liggen. De zon schijnt fel en de omgeving voelt als een filmdecor. We komen niemand tegen. We zien geen enkel huis …alleen onze tolk en wij op een kiezelpad door de bergen op weg naar Lukomir.

Rotsblokken bewegen

De rotsblokken in de verte lijken te bewegen. Als we dichterbij komen blijken de uit het gras stekende rotsen, schapen te zijn. Lukomir kan nu, na uren rijden, niet ver meer zijn want de bewoners van Lukomir leven al eeuwen van hun vee. De schapenwol wordt geweven tot traditionele kleding en er worden ontelbare sokken en handschoenen van gebreid. We hebben er over gelezen en zijn heel benieuwd naar de mensen die daar al zo’n 400 jaar onverstoord hun leven leiden. Een leven dat nauwelijks beïnvloed lijkt door de wereld om hun heen.

Voor ons liggen reusachtige bergen. Ineens een houten bordje dat ons vertelt dat we onze bestemming hebben bereikt. De huisjes met hun geroeste metalen daken gaan haast naadloos op in de omgeving. We rijden het dorpje binnen en na een 150 meter kunnen we niet meer verder. Het uitzicht op de bergtoppen aan de overkant van een diepe vallei geeft je het gevoel dat je aan het einde van de wereld bent aangekomen. We staan op een enorme rotsblok, de bergen aan de overkant lijken bekleed met een deken van mos. In het tegenlicht lijken de bergruggen zacht als zijde. Het uitzicht is adembenemend mooi. Links van ons ligt het oude kerkhof als stille getuige van de geschiedenis van Lukomir.

Het dorpje telt zo’n 30 huizen

Het dorpje telt zo’n 30 huizen die gebouwd zijn van grijze stenen. Enkele huizen zijn zichtbaar gerestaureerd. Er zijn geen straten maar paden die ontstaan zijn door veelvuldig gebruik.
Het dorp lijkt uitgestorven maar toch voelen we dat we niet onopgemerkt zijn gebleven. Zoveel gebeurt er niet op een doordeweekse dag in Lukomir! We brengen onze bagage naar het huis waar we overnachten. Amelie een jonge vrouw is onze gastvrouw en heet ons welkom. Ze neemt ons mee naar de keuken waar ze ons avondeten aan het voorbereiden is. In Bosnië kan een meisje pas trouwen als ze kan koken en bakken.

Bakken in de vingers

Amelie is getrouwd en heeft het bakken in haar vingers. In de keuken gaat zij verder met haar werk. Ze kneedt en rolt deeg uit tot een flinterdunne pannenkoek van meer dan een meter doorsnede. Het deeg wordt in repen gesneden en gevuld met schapenkaas. Elke reep wordt opgerold en spiraalsgewijs op een grote bakplaat gelegd. De vader van Amelie heeft buiten inmiddels de houtoven aangemaakt. De bakplaat gaat erin en een grote deksel gaat erop. Na 20 minuten zitten we aan tafel. We drinken thee met honing en Amelie presenteert haar schapenkaas gerecht. Het smaakt heerlijk. Zó lijkt er geen einde aan een kiezelpad te komen en zo zit je in een huis in Lukomir lekker te eten.

De vanzelfsprekende gastvrijheid voelt als een warme deken. Na het toetje gaan we naar buiten want we willen mensen ontmoeten.

Koffie betekent in Bosnië dat je tijd maakt voor elkaar.

Bij een huisje verderop. Iets hoger gelegen dan het huis waar we overnachten, zit een ouder echtpaar buiten op een houtblok. De vrouw gebaart ons om te gaan zitten, er zijn immers houtblokken genoeg. Dankzij onze tolk kunnen we een gesprek aangaan. De vrouw, die de tachtig al lang gepasseerd is, gaat naar binnen en komt iets later terug met een dienblad met koffie.

Koffie betekent in Bosnië dat je tijd maakt voor elkaar. In de kleine kopjes komt eerst een suikerklontje, daar wordt een lepeltje koffiedik opgedaan, dan pas wordt er koffie geschonken. De man gaat ondertussen onverstoorbaar door met zijn houtsnijwerk. Terwijl de koffie volgens traditie wordt geschonken heeft de man met een klein bijltje een blokhout omgetoverd in een houten pollepel. De vrouw pakt haar breiwerk weer op en al pratend breit ze verder aan een paar sokken.

Het leven in een bergdorp kent weinig luxe

Het leven in een bergdorp kent weinig luxe. Pas enkele jaren is er stroom en dat is een hele verandering. Mensen hebben nu TV. Buiten staan antennes op de grond die handmatig gericht moeten worden voor enig ontvangst. In Lukomir voorziet iedereen in zijn eigen levensonderhoud. Het aandoenlijke oudere echtpaar heeft daarom naast hun huisje een groentetuin aangelegd.

De man en vrouw stralen eenvoud en hartelijkheid uit. Buiten in de zon krijgt hun gerimpeld gezicht een gouden gloed. De vele lagen kleding die ze dragen zorgen voor een kleurrijk geheel. Daar boven, op de top van de berg, gaat de kleur van de hoofddoek van de vrouw haast naadloos over in blauwe lucht. Twee buurvrouwen komen aangelopen en nemen ook plaats op een van de houtblokken. Natuurlijk hebben ze zin in koffie. We zijn druk met elkaar in gesprek over alledaagse dingen. Onze tolk overbrugt de taalbarrière. Als we afscheid nemen belooft de man dat hij morgen nog een paar pollepels voor ons zal maken

De magie van het zachte strijklicht

De zon is voornemens afscheid van ons te nemen. Voor een fotograaf is het zachte strijklicht van de ondergaande zon iets magisch. Dit tijdstip van de dag is hét moment waar we de hele dag op hebben gewacht. We gaan naar de plek in het dorp die we van tevoren hebben uitgezocht. Lukomir ligt nu in het prachtige licht van de ondergaande zon.

We zien vanaf onze plek op de heuvel de herders met hun schaapskudden van alle kanten aankomen. De wol lijkt van de berg te ‘rollen’. Het dorp, met nog 27 bewoners van 80 plus, krijgt er op dat moment 1.700 schapen en een paar koeien bij. Totale concentratie om het moment te vangen. Ademloos zien we hoe het leven van alle dag zich klaar maakt voor de duisternis. Iedere herder brengt zijn kudde naar de kraal. De omheiningen worden gesloten. De huizen zijn nu omgeven door honderden schapen. Het kleurenpalet van dit tafereel krijgt een gouden gloed als met een kwast door de zon over dit decor uitgestreken. De herders worden naar binnen geroepen voor een welverdiende maaltijd. Hun herdershonden nemen de dienst over en waken over de kudde tot aan het ochtendgloren. Alles wordt stil en pas als de laatste lichtstraal verdwijnt wordt de camera ingepakt.

De rust en de kalmte,
om jaloers op te worden.

Na een koude nacht zien we buiten de mensen al vroeg in de weer. Het leven van alle dag begint opnieuw. De herders vertrekken één voor één met hun kudde weer de bergen in. De rust en kalmte waarop alles gebeurd is om jaloers op te worden. Een oude vrouw roept ons toe  “…Kaffa…?” Nou, dat willen we wel en in het huisje drinken we met haar koffie met een koekje. Mensen mogen fotograferen in hun eigen leefomgeving en naar hun levensverhaal te luisteren voelt steeds als een groot voorrecht. Als we enkele uren later vertrekken hebben we meer bagage dan op de heenweg.

Het laatste paar sokken

De beloofde pollepels zijn klaar. We krijgen hand gebreide sloffen, handschoenen en sokken mee. We laten nog een leesbril achter voor een vrouw die nu haar breiwerk weer prima kan zien. In onze bagage zit ook weer een mooie ervaring. We worden uitgezwaaid door gerimpelde handen. Wat zal er gebeuren met Lukomir als het laatste vrouwtje haar laatste paar sokken heeft gebreid?